In Artikel 1 van de Conventie staat cultureel erfgoed omschreven en in Artikel 2 natuurlijk erfgoed.
Onder ‘cultureel erfgoed’ verstaan we:
monumenten: bouwkundige werken, monumentale beeldhouwwerken en schilderijen, archeologische elementen of bouwwerken, inscripties, grottekeningen of combinaties van bovenstaande onderdelen, met een unieke en universele waarde op het gebied van geschiedenis, kunst of wetenschap.
groepen gebouwen: groepen losstaande of aan elkaar verbonden gebouwen, die vanwege hun architectuur, gelijksoortigheid of plek in het landschap van universele waarde zijn op het gebied van geschiedenis, kunst of wetenschap.
gebieden en opgravingen: door de mens gemaakte kunstwerken of kunstwerken die deels door mensen, deels door de natuur gemaakt zijn, waaronder archeologische opgravingen, die unieke en universele waarde hebben op het gebied van geschiedenis, esthetiek, etnologie of antropologie.
Onder ‘natuurlijk erfgoed’ verstaan we:
natuurlijke elementen bestaande uit natuurlijke en biologische formaties of groepen van die formaties, die van unieke en universele waarde zijn op het gebied van esthetiek of wetenschap;
geologische en fysisch geografische formaties en specifiek afgebakende gebieden waar bedreigde dier- en plantensoorten voorkomen van unieke en universele waarde op het gebied van wetenschap of natuurbehoud;
natuurgebieden of specifiek afgebakende natuurlijke gebieden van unieke en universele waarde op het gebied van wetenschap, natuurbehoud of natuurschoonheid.
De echte bewakers van cultuurerfgoed van steden zijn de inwoners. Waar vinden we die? Overal. Maar een logische en doeltreffende plek om te beginnen is de school. Ook hier kan het UNESCO-netwerk gemobiliseerd worden. Het ASPnet (het netwerk van aangesloten scholen) heeft duizenden scholen die internationaal samenwerken.
Mevrouw Ase Kleveland, Ministerie van Cultuur, Noorwegen (1995)