3. Dieren in de herfst

3.1

Bedenk welke gevaren een zwerm trekvogels kan tegenkomen boven Nederland. Schrijf een kort verhaal over de dag van een trekvogel. In het verhaal moeten minstens 4 gevaren beschreven worden.

 

3.2

Welke tamme vogelsoort kan altijd de weg naar huis vinden?

 

3.3

Bedenk een herfstmop.

Het is herfst. Er zitten twee koeien in de boom. Opeens komt er een paard voorbij gevlogen. 'Kijk' zegt de ene koe. 'Daar vliegt een paard. En daar nog een. Zou er een nest in de buurt zitten?' 'Nee hoor.' zegt de andere koe. 'Ze vliegen allemaal naar het zuiden. Het zijn trekpaarden.'

Bedenk nog 3 moppen die met de herfst te maken hebben. Schrijf de moppen op en vertel ze in de klas.

 

3.4

Leg uit waar het begrip 'hamsteren' vandaan komt. Beeld dit uit in een kort toneelstukje.