3.1
Niet alle bomen worden tegelijkertijd groen. Soorten als populieren, wilgen en kastanje worden het eerst groen. Eiken en beuken volgen enkele weken later.
3.2
Vroeger zag een boomgaard er anders uit dan nu. De fruitbomen waren vroeger veel hoger. Ze stonden meestal in een weiland, waar zomers koeien rondliepen. Nu zijn de fruitbomen veel lager en ze staan dicht bij elkaar in rijen. Wat zijn volgens jou de voor- en nadelen van de twee soorten boomgaarden? Schrijf deze op in een tabel.
3.3
In een boomgaard zie je soms een bijenkast staan. Weet je waarom de bijenhouder die er heeft neergezet? Kun je een andere benaming voor een bijenhouder geven?
3.4
Zoek uit waar bij jou in de buurt bijen gehouden worden.