Dieren in de lente

De dagen worden al langer. Het loopt tegen de avond. Hoog in een boom fluit een merel. Ook ’s ochtends heel vroeg, voordat de geluiden van de mensen die van de natuur overstemmen, hoor je allerlei vogels zingen. De trekvogels komen weer terug uit hun overwinteringgebied. In de wei zie je de eerste lammetjes en veulens. De hazen rammelen en de spechten roffelen. Na de donkere tijd van de winter is de lente een en al activiteit. Dieren maken elkaar het hof, er worden nesten gebouwd, eieren gelegd en bebroed, jongen geboren, gevoed en verdedigd tegen vijanden. 

Een Grutto staat op een paaltje op de uitkijk, een Kieviet heeft al een nest gemaakt in de wei. Het zijn weidevogels, vogels die in en rondom de wei leven. In het voorjaar is de wei een bron van voedsel voor de jongen. Wist je dat een Grutto meer dan 3000 torretjes en wurmen per dag opeet? Wonen in een wei kan wel gevaarlijk zijn: het jonge gras wordt gemaaid als eten voor de koeien. Sommige boeren werken mee aan nestbescherming. Vrijwilligers zoeken naar nesten en zetten er een stok bij. Zo weet de boer waar het nest ligt en kan hij er netjes omheen maaien.

Lentegedragingen

Dieren vertonen in de lente vaak een heel speciaal gedrag. Ze proberen elkaar’s aandacht te trekken, het hof te maken, indruk op elkaar te maken, of  hun woon- en voedselgebied af te bakenen. Een zingende merel hoog in de boom geeft aan dat hij daar woont en andere mannetjesmerels daar niet welkom zijn. En je hebt vast wel eens een koppeltje duiven in de stad gezien, waarvan het  mannetje z’n borst opzet en cirkels om het vrouwtje heen draait. Of een stelletje eenden dat – druk met de hofmakerij – zonder op het verkeer te letten de weg oversteekt. Mannetjesdieren hebben in de lente vaak een prachtkleed, daarmee pro­beren ze indruk te maken op de vrouwtjes. Al heel vroeg in het jaar kun je de roffel van de Grote Bonte Specht horen. In  nog  geen een seconde geeft roffelt hij 10 - 15 slagen.

Vogels maken allerlei soorten nesten. Zwaluwen maken een nest van speeksel en modder op een smalle richel, of onder een vensterbank. Waterhoentjes in de stad zie je druk in de weer met het verzamelen van stukken plastic, en ander afvalmateriaal. Daar bouwen ze hun nest van, vaak op een oude autoband of iets dergelijks.

Ook voor insecten is de lente een begin van een nieuw leven. Planten en insecten hebben elkaar nodig. In het voorjaar leggen vrouwtjesvlinders (op de foto zie je een Landkaartje) hun eieren op de bladeren, de bloesem van de planten is belangrijk voedsel voor insecten die uit hun winterslaap komen. Veel planten hebben insecten nodig voor de bestuiving.

Dieren in de wei (boerderijdieren)

Bij veel dieren is de lente is de tijd van de geboortes Zodra het wat warmer wordt zie je lammetjes in de wei. Wat later in het jaar volgen veulens en jonge geitjes. Toch komen niet alle jonge dieren in de wei. Heb je je wel eens afgevraagd waarom je wel lammetjes, maar geen biggetjes en maar heel weinig kalfjes in de wei ziet? De organisatie Wakker Dier pleit ervoor dat alle boerderijdieren zoveel mogelijk buiten komen.

Dieren in de vrije natuur

Ook in de vrije natuur gebeurt er van alles in de lente. Er worden jonge dassen, zwijntjes en moeflon lammetjes geboren. De damherten en de edelherten werpen hun gewei af. Als je gaat wandelen in het nationale park de Hoge Veluwe is het best mogelijk dat je een afgeworpen gewei vindt.

Sommige dieren, zoals de padden en de egels, houden een winterslaap. In de lente worden ze wakker. De padden trekken dan met z’n allen terug naar de poel waar ze geboren zijn. Dit heet de voorjaarstrek. Tijdens de trek moeten ze wegen oversteken: er vallen duizenden verkeersslachtoffers. De pad is een be­schermde diersoort, gelukkig maar dat er vrijwilli­ger­organisaties zijn die de padden helpen oversteken.