Vervoersovereenkomst

De vervoersovereenkomst

Een vervoerscontract is een overeenkomst. Aan overeenkomsten stelt de wet nogal wat voorwaarden. Uit een overeenkomst vloeien verbintenissen voort.

Een verbintenis is dus een juridische verhouding waarin de ene partij tot iets verplicht is en de ander gerechtigd is daarop aanspraak te maken.

Verbintenissen komen (meestal) tot stand door een overeenkomst.

Algemene voorwaarden

Algemene voorwaarden spelen in de praktijk een zeer belangrijke rol. In de algemene voorwaarden, ook wel kleine lettertjes genoemd, zijn vaak alle details geregeld. Dit heeft het voordeel dat partijen niet steeds bij elke overeenkomst alles hoeven te bespreken.

Algemene voorwaarden zijn niet 'automatisch' van toepassing, maar moeten gelijk worden overeengekomen.
In het vervoer wordt erg veel gewerkt met algemene voorwaarden. Op het nationale wegvervoer (beroepsvervoer) zijn vaak de Algemene Vervoerscondities (AVC) van toe- passing. Op bijna elke vrachtbrief die in het nationale wegvervoer wordt gebruikt, wordt verwezen naar de Algemene Vervoerscondities. Dit zijn algemene vervoersvoorwaarden die door vervoerders en verladers samen zijn opgesteld.
Bij expeditieovereenkomsten worden vaak de Nederlandse Expeditievoorwaarden van toepassing verklaard. Deze voorwaarden zijn opgesteld door de Federatie van Nederlandse Expediteurs (FENEX).

Vervoersovereenkomst

De vraag of een overeenkomst een vervoersovereenkomst is, is van groot belang. Want zodra van een vervoersovereenkomst sprake is, zijn de regels van het vervoerrecht van toepassing. Dit vervoerrecht is vastgelegd in diverse wetten en verdragen.

Artikel 20 van het Burgerlijk Wetboek geeft de volgende omschrijving van een vervoersovereenkomst: "De overeenkomst van goederenvervoer is de overeenkomst, waarbij de ene partij (de vervoerder) zich tegenover de andere partij (de zender) verbindt zaken te vervoeren”.

Deze omschrijving komt erop neer dat een overeenkomst als een vervoersovereenkomst aangemerkt moet worden, indien het de volgende elementen bevat:

-          de overbrenging van de goederen naar de plaats van bestemming

-          het onder zich nemen van de goederen door de vervoerder een zekere tijd waarbinnen de overbrenging plaats moet vinden

-          de aflevering van goederen op de bestemmingsplaats aan een daartoe gerechtigde.

De verplichting goederen over te brengen, vloeit ook voort uit overeenkomsten met betrekking tot levering na verkoop, takelen en stuwage. Toch kan er bij deze overeenkomsten niet van een vervoersovereenkomst worden gesproken. De overbrenging maakt bij deze overeenkomsten immers geen zelfstandig en direct beoogd onderdeel van de overeenkomst uit. Bij een vervoersovereenkomst moet het in de eerste plaats gaan om het overbrengen van goederen.

Expeditieovereenkomst

Een vervoersovereenkomst moet ook altijd goed onderscheiden worden van een expeditieovereenkomst. Een expeditieovereenkomst wordt gesloten door een expediteur en niet door een vervoerder. Een expediteur is een tussenpersoon in het vervoer die zich met het doen vervoeren van goederen bezighoudt. Hij regelt het vervoer en wordt dan ook wel de 'architect' van het vervoer genoemd. Een vervoerder daarentegen vervoert zelf.

De relatie tussen verlader (afzender), expediteur en vervoerder kan worden aangegeven als volgt:

De verlader schakelt de expediteur als tussenpersoon in. Deze tussenpersoon zoekt in opdracht van de verlader een geschikte vervoerder. De expediteur kan op eigen naam of op naam van de verlader een vervoersovereenkomst met der vervoerder sluiten.

Veel contracten beginnen met de volgende bepaling: 'A verbindt zich tot het doen vervoeren van de nader te omschrijven producten van de fabriek van B naar de verschillende afnemers:

Het onder zich nemen door de vervoerder moet niet at te letterlijk worden genomen. Voldoende is dat de vervoerder zodanige controle over het vervoerde heeft dat hij dit feitelijk in zijn macht heeft. Met andere woorden: hij moet 'baas over de zaak' zijn. Een sleepboot heeft bijvoorbeeld het sleepschip, zeker indien dit door eigen bemanning wordt bestuurd, te weinig in zijn macht om nog van vervoer te kunnen spreken.

Soms wordt de periode waarbinnen de goederen moeten worden vervoerd uitdrukkelijk genoemd in de vervoersovereenkomst. In andere gevallen blijkt uit de aard van de goederen dat aflevering binnen een bepaalde termijn plaats moet vinden, bijvoorbeeld bij goederen die afgeleverd moeten worden op een tentoonstelling. Is er niet uitdrukkelijk een vervoertermijn overeengekomen en blijkt dit ook niet uit de aard van de goederen, dan moeten zij 'binnen een redelijke termijn' vervoerd worden.

De hoofdverplichting van de vervoerder is de aflevering van de goederen in de juiste staat. De opdrachtgever van de vervoerder moet de vrachtprijs betalen.Dit zijn de belangrijkste elementen uit een vervoersovereenkomst.

Aansprakelijkheid van de vervoerder

Hoewel de aansprakelijkheid van de vervoerder bij de diverse vervoertechnieken op verschillende wijzen is geregeld, kan hierover toch een aantal algemene opmerkingen worden gemaakt.

Hiervoor werd er al op gewezen dat de hoofdverplichting van een vervoerder is de goederen tijdig en in goede staat te vervoeren en af te leveren. Dit wordt wel een ‘resultaatverbintenis’ genoemd. Dit betekent dat de vervoerder een bepaald resultaat tot stand moet brengen. Doet hij dat niet, dan is hij in beginsel aansprakelijk.

Dit is wat anders dan een zogenaamde inspanningsverbintenis. Hierbij zegt een partij toe de nodige inspanningen te verrichten, maar belooft niet een bepaald resultaat te bereiken.

Voorbeeld
Als een vervoerder de goederen niet tijdig en in goede staat vervoert en aflevert, kan hij niet stellen dat 'hij zijn best heeft gedaan bij het vervoeren en zich hierbij de nodige inspanningen heeft getroost. Een vervoerder levert in beginsel een wanprestatie als hij de goederen niet tijdig en in goede staat heeft vervoerd.

Als een vervoerder niet aan zijn vervoersverplichtingen heeft voldaan, levert hij dus in beginsel een wanprestatie en is hij aansprakelijk. Hiermee is de kous echter niet af. De vervoerder zou kunnen aantonen dat hij ondanks het uitgebleven vervoerresultaat niet aansprakelijk is omdat de schade is veroorzaakt door een zogenaamde bevrijdende oorzaak. Als de schade aan zo'n bevrijdende oorzaak is te wijten, is de vervoerder in beginsel niet aansprakelijk.

De belangrijkste bevrijdende oorzaken zijn de volgende:

-          overmacht

-          eigen schuld van de afzender
Als de afzender schuld heeft aan de schade van de vervoerde goederen, zal de vervoerder niet aansprakelijk zijn. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld een slechte verpakking. Als de afzender eieren in grote plastic zakken verpakt, is het logisch dat de eieren tijdens het vervoer zullen breken. Of als de auto is geladen door de afzender en er door een slechte belading schade ontstaat. In deze situaties is de vervoerder niet aansprakelijk voor de schade, mits hij op dit punt tijdig, dus voor aanvang van het vervoer, een schriftelijk voorbehoud heeft gemaakt.

-          eigen gebrek van het goed
Bepaalde goederen hebben een normaal kwaliteitsverlies. Stel: een partij eieren wordt van Nederland naar Spanje vervoerd. Het is dan te verwachten dat de ei¬eren door de lange reistijd aan versheid zullen verliezen. Voor dit kwaliteitsverlies is de vervoerder niet aansprakelijk.

Schade

Schade kan op verschillende manieren ontstaan. Het begrip schade kan onderverdeeld worden in:

-              directe (materiele) schade
Hierbij is er schade aan de goederen. Te denken valt aan:
-              beschadiging (de lading is nat geworden)
-              verlies of diefstal
-              vertraging

-              indirecte schade

Deze wordt ook wel aangeduid als ge-volgschade. Onder gevolgschade wordt bijvoorbeeld begrepen schade door een vertraagde aankomst van de goederen waardoor bijvoorbeeld een fabriek stil komt te liggen.

Schadevergoeding

Vervoer van goederen blijft voor de vervoerder een onderneming waaraan grote risico's zijn verbonden.
Daarom heeft de wet de aansprakelijkheid voor schade op twee manieren beperkt: in de eerste plaats is een vervoerder in geval van schade of verlies alleen verplicht de waarde van het vervoerde goed te vergoeden. Hij hoeft geen zogenaamde gevolgschade te vergoeden.

De betekenis van dit begrip kan het best worden geïllustreerd met een voorbeeld: een onderdeel van een computer gaat tijdens het vervoer verloren. De waarde van dit onderdeel is € 150,-. Door het ontbreken van dit onderdeel komt de computer stil te liggen waardoor een computergestuurde fabriek vele duizenden guldens schade lijdt. Dit is zogenaamde gevolgschade.

In dit voorbeeld is de vervoerder slechts aansprakelijk voor de waarde van het onderdeeltje. Hij hoeft dus slechts €150,- te vergoeden en niet de vele duizenden guldens gevolg-schade. De ondernemer, kan hiertegen wel een verzekering afsluiten: de transportbedrijfschadeverzekering.

In de tweede plaats is de aansprakelijkheid van de vervoerder in de diverse wetten en verdragen beperkt tot een bepaald bedrag. Er bestaan drie systemen met betrekking tot die beperking:

  1. de kilobeperking: Hierbij wordt de hoogte van de schadevergoeding die door de vervoerder moet worden betaald gekoppeld aan het gewicht van de beschadigde goederen.
  2. de collobeperking: Hierbij wordt de schadevergoeding gekoppeld aan het aantal beschadigde colli.
  3. de overallbeperking: Hierbij wordt per gebeurtenis een maximum schadevergoeding vastgesteld.

Ter illustratie de volgende limieten:

-          € 3,40 per kilo bij binnenlands wegvervoer - 8,33 SDR (± € 13,60) per kilo bij grensoverschrijdend wegvervoer

-          250 goudfranken per kilo bij luchtvervoer

-          cognossementsvervoer over zee is afhankelijk van de omschrijving op de achterzijde van het cognossement. Dit wordt ook aangegeven in goudfranken.

SDR (Special Drawing Rights) en goudfranken zijn internationale verrekeningsvormen die in de gehele wereld worden geaccepteerd.

De aansprakelijkheidslimieten zijn in de diverse verdragen en wetten opgenomen om de vervoerder te beschermen tegen te hoge schadeclaims. Omdat de transportschade vaak veel groter is dan de maximale aansprakelijkheid van de vervoerder verdient het voor de verlader aanbeveling een transportverzekering en een transportbedrijfschadeverzekering of te sluiten.

Een vervoerder is altijd onbeperkt aansprakelijk als de schade of het verlies te wijten is aan opzet. Als de vervoerder bijvoorbeeld de partij zilver tijdens de reis heeft verduisterd, is hij onbeperkt aansprakelijk.

Hierna bespreken we het standaardvervoerscontract dat is opgesteld door EVO. Partijen zijn vrij een eigen contract te maken. Dit standaardcontract heeft alle elementen die in een contract opgenomen moeten worden.

Bepalingen vervoerscontract

Aan het eind van deze paragraaf is als bijlage een modelvervoerscontract opgenomen. Het gaat hier om een vervoersovereenkomst die voor lange tijd en meer transporten wordt gesloten. Hierna wordt over ieder artikel dat in het modelvervoerscontract voorkomt een korte uitleg gegeven.

In de aanhef moeten de partijen die de overeenkomst hebben gesloten, ook wel de contractpartners genoemd, worden vermeld. Dit is dus aan de ene kant de vervoerder en aan de andere kant de verlader.

In het eerste artikel geeft men gewoonlijk een omschrijving van het soort contract dat men sluit. Hierbij moet tot uitdrukking komen dat het om een vervoersovereenkomst gaat.

In het tweede artikel worden meestal de volgende zaken geregeld:

-              de looptijd van de overeenkomst

Partijen zullen meestal niet de bedoeling hebben tot in eeuwigheid aan elkaar gebonden te zijn. Op een bepaald moment 'wil men weer van elkaar af. Daarom is het van groot belang aan te geven gedurende welke periode de vervoersovereenkomst geldt.

-              de datum van ingang moet worden vastgelegd.

Verder moet geregeld worden wat er gaat gebeuren na het verstrijken van de looptijd van de overeenkomst. Men heeft hiervoor de volgende twee mogelijkheden:

-          Partijen gaan na het verstrijken van de looptijd uit elkaar.

-          Partijen verlengen de overeenkomst na het verstrijken van de looptijd (al dan niet stilzwijgend).

In het derde artikel wordt de omvang van het vervoer geregeld. Het aantal transporten, de grootte van de transporten enzovoort.

In bet vierde artikel worden de voorwaarden aangegeven waaronder het transport plaatsvindt.

In het vijfde artikel wordt de vervoerprijs aangegeven.

In het zesde artikel wordt aangegeven of de vervoerprijs gedurende de looptijd van de overeenkomst kan worden gewijzigd.

Indien de vervoerprijs gewijzigd kan worden, dan moet worden aangegeven:

-          hoe deze gewijzigd kan worden

-          aan de hand van welke maatstaven deze gewijzigd kan worden

-          na hoeveel tijd de prijzen gewijzigd kunnen worden

-          hoelang de gewijzigde prijzen van kracht blijven.

In het zevende artikel kunnen de verplichtingen van de vervoerder nader worden omschreven. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan:

-          de periode waarbinnen het vervoer uitgevoerd moet zijn

-          de soort vervoermiddelen waarmee het vervoer uitgevoerd moet worden

-          het laden en het lossen.

In het achtste artikel worden, aansluitend op het vorige artikel, de verplichtingen van de verlader (afzender) opgenomen. Denk bijvoorbeeld aan de verplichting:

-          de goederen op een deugdelijke manier te verpakken

-          de vrachten voor een bepaalde datum en op een bepaalde wijze te betalen

-          de vrachtbrief in te vullen

-          de douanepapieren naar de douane te verzenden om vertraging te voorkomen.

In het negende artikel wordt een regeling opgenomen over de rechten van de vervoerder, zoals het aanvaarden van retourvrachten van derden.

In het tiende artikel is opgenomen welke vergoeding eventueel wel of niet aan de vervoerder wordt uitgekeerd wanneer het contract tussentijds door de verlader wordt opgezegd. De vervoerder kan namelijk investeringen hebben gedaan om aan de wensen van de verlader te kunnen voldoen.

In het elfde artikel wordt geregeld om welke reden de overeenkomst kan worden ontbonden, zoals faillissement of surseance van betaling.

In het twaalfde artikel wordt geregeld welke boete er wordt gesteld op het niet nakomen van de bepalingen uit de overeenkomst.

In het dertiende artikel wordt geregeld welke rechter bevoegd is om over de overeenkomst te oordelen.