2.2.5 De docent toont aan dat hij kan werken met de elektronische leeromgeving, portfoliosoftware, (leerling gerelateerde) administratieve systemen van de school.
|
- Gebruiken van de ELO van de school ten behoeve van het onderwijs en communicatie met leerlingen en collega’s
- Het invoeren van resultaten, absenties en andere relevante informatie in het leerlingvolgsysteem van de school
- Het maken van rapportages gebaseerd op leerlingdata (learning analytics)
- Maken van een eigen ontwikkelingsportfolio en hierin een logische opbouw van de diverse componenten te realiseren
|