Wat weet jij al over de winter?
Na het beantwoorden van de vragen heb je voldoende basiskennis over de winter om aan de door jou gekozen opdracht te kunnen beginnen.
Opdracht 1:
Tel op een kalender na hoeveel dagen de winter dit jaar duurt. Let op of het een schrikkeljaar is.
Opdracht 2:
Waaraan denk je bij het woord winter? Schrijf alle woorden op die bij je opkomen als je het woord winter hoort. Doe dit in de vorm van een woordweb.
Wil je meer weten over het maken van een woordweb? Bekijk dan de Wijzer 'Een woordweb maken'.
Opdracht 3:
Als het weer kouder wordt, gaan we ons anders kleden.
Noem 5 typische winterkledingstukken en 5 typische zomerkledingstukken.