In elke periode van de opleiding werk je aan één of meer beroepsprestaties (BP).
Een beroepsprestatie is een grote praktijkgerichte opdracht, die opgedeeld is in meerdere kleinere opdrachten. Via een beroepsprestatie maak je je de werkprocessen en competenties voor het beroep eigen. Voor het leren van deze werkprocessen en competenties heb je kennis en vaardigheden nodig.
Hoe je gaat werken aan deze beroepsprestatie en de kennis en vaardigheden die hierbij horen staat per leerlijn beschreven in de weekplanning.
In deze periode werk je aan:
BP 1.3, Planmatig zorgverlenen 1
BP 1.4, Begeleiden bij huishouden en wonen
BP 1.5, Ondersteunen bij basisbehoeften
Kenmerken van deze beroepsprestaties:
Het zijn kwalificerende beroepsprestaties:
doe je op school en normaliter ook in de BPV. In de verkorte opleiding worden BP1.3, BP1.4 en BP1.5 echter zoveel mogelijk op school gedaan. Alleen als je een opdracht nog niet via je vooropleiding/werkervaring hebt aangetoond in de praktijk, moet je deze alsnog uitvoeren in BPV1/2 (periode 3).
zijn om van te leren en om het geleerde te beoordelen (kwalificeren)
herken je aan de ‘’K’’ voor op de beroepsprestatie
herken je aan het rechte lettertype in de diverse opleidingsdocumenten.
Je werkt aan vaste opdrachten:
staan al in de beroepsprestatie
staan al op de beoordelingslijst (of A-lijst), onder specifieke bewijsstukken
zijn genummerd met B, C enz.
zijn verplicht (soms combineren we de opdrachten wel tot een bewijs)