De overwinning

Het liefst wil de WIC de Spanjaarden een zo groot mogelijke slag toebrengen. De beste manier daarvoor is de verovering van een zilvervloot. Deze vloot vertrekt jaarlijks vanuit Havanna op Cuba naar Spanje. Zwaarbewapende galjoenen bewaken de vloot. Spaanse verspieders onderzoeken of de route veilig is. In 1628 nemen deze verspieders een WIC-vloot onder leiding van Piet Hein waar. Een deel van de Spaanse vloot blijft daarom in de haven. Maar de berichten van vijandelijke schepen bereiken Honduras en Nieuw Spanje (het huidige Mexico), van waaruit schepen naar Havanna varen om zich bij de zilvervloot aan te sluiten, niet.

De schepen uit Nieuw Spanje worden uiteengejaagd door een storm. Als gevolg hiervan mist het grootste deel van de vloot de haven van Havanna. Vlakbij zijn de schepen van Piet Hein. Acht september neemt Piet Hein in de ochtend de vloot waar. Meteen laat hij de achtervolging inzetten. De Spanjaarden zoeken hun heil in de baai van Matanzas, maar lopen vast op een zandbank. Ook veel Nederlandse schepen lopen vast. Maar de Spaanse schepen zijn dan al binnen hun bereik. De paniek onder de Spanjaarden is zo groot dat zij niet in staat zijn zich te verdedigen. Vrijwel zonder een schot te lossen geven de Spanjaarden zich over.

De terugtocht van de WIC-vloot met zijn grote buit is niet zonder hindernissen. Stormen, het verlies van schepen, Duin­kerker kapers en ziekten ma­ken de terugreis tot een moei­zame gebeurtenis.