Landkaarten maken gaat nu veel sneller dan vroeger. Vroeger werd het land opgemeten door landmeters. Uit hun metingen werden dan kaarten afgeleid. Voor het opmeten van een gebied van 8 bij 8 kilometer moesten vijf mensen vijf weken werken. Als de kaart af was, moest nog gecontroleerd worden of alles klopte.
Vanaf 1931 worden kaarten met behulp van luchtfoto’s gemaakt. Veertig jaar later gaan kaartenmakers ook satellietfoto’s gebruiken. Hieronder zie je een satellietfoto en een topografische kaart van hetzelfde gebied.
Een overzichtskaart: vind je weg met een kaart