Hoe werkt een kompas?

Zeevaarders en piloten gebruiken een kompas om de juiste richting te zoeken en de houden. Mensen die speur- en verkenningstochten maken op het land, doen dat soms ook, vooral als het donker of mistig is of als het uitzicht door bergen of bossen wordt belemmerd. Ieder kompas heeft een kompasnaald. Die draait rond in een doosje genaamd kompashuis, boven een wijzerplaat. Op de wijzerplaat staat een wind- of kompasroos. Daar staan de windrichtingen op of je kunt de richting aflezen in graden. Meestal gaat de schaal van 0 tot 360 graden. Het noorden is dan gelijk aan 0 graden, het oosten aan 90, het zuiden aan 180 en het westen aan 270 graden. Van de naald wijst één punt altijd naar het noorden. Je kunt dus altijd zien waar het noorden is en in welke richting het schip of het vliegtuig reist of in welke richting je loopt. Om dat nauwkeurig te kunnen doen, moet de wijzerplaat plat liggen of recht hangen. Het kompashuis zit in een kast waar een richtingzoeker aan vastzit. Hiermee kun je de richting die je volgt of wilt meten bepalen als de noordpunt van het kompas naar het noorden wijst.

Piloten, zeevaarders en mensen die een tocht over land maken gebruiken het kompas samen met een kaart van het gebied waar ze hun reis maken. Op die kaart geven ze de plaats aan waar ze vertrekken en de plaats waar ze naar toe willen gaan. Daartussenin trekken ze een lijn die een hoek maakt met de lijn die van noord naar zuid loopt. Met het kompas meten ze die hoek om na te gaan waar ze heen moeten. Onderweg gaan ze soms na of ze nog steeds de goede richting volgen, vooral als ze om grote hindernissen (bergen bijvoorbeeld) heen hebben moeten gaan. Ze gaan na waar ze zijn aan de hand van de afstand die ze hebben afgelegd en de richting die ze daarbij hebben gevolgd. De plaats waar ze zijn wordt op de kaart aangegeven. Van daaruit zetten ze een nieuwe koers uit naar de plaats waar ze willen zijn.

Een kompas: hoe werkt een kompas?

De kompasnaald wijst niet precies naar het noorden maar een klein stukje ernaast. Op alle kompassen is op de wijzerplaat een punt aangegeven vlakbij de punt van het noorden of 0 graden. Als de naald precies naar dat punt wijst, dan wijst het punt waar Noord of 0 graden bij staat precies naar het noorden. Als een kompasnaald in het midden aan een touwtje wordt opgehangen, gaat de naald niet alleen naar het noorden wijzen, maar ook schuin naar beneden.