Het verhaal van Brandaans reis is een van de eerste reisboeken en avonturenverhalen in Europa. Het is een spannend reisverhaal vol wonderen, vreemde dieren en buitenissige verschijnselen. Voor middeleeuwse mensen was het smullen en huiveren geblazen. Brandaan en zijn tijdgenoten hadden nog nooit ijsbergen, vulkanen, walvissen en walrussen gezien.
Heel lang dacht men dat het verhaal van Brandaans reis een parabel was: een niet echt gebeurd verhaal. Maar ongeveer 25 jaar geleden werd de Engelsman Tim Severin zo gegrepen door het verhaal dat hij besloot om te kijken of het mogelijk was om zo’n zelfde zeereis te maken. Volgens hem konden al die fantastische gebeurtenissen best op waarheid berusten. Het Schapeneiland zou bijvoorbeeld best een van de Fär Öer eilanden geweest kunnen zijn. Het woord Fär Öer betekent zelfs Schapeneiland. En de snoodaard die brandende rotsen gooide zou best eens een beschrijving kunnen zijn van een vulkaanuitbarsting op IJsland. En die glazen pilaren zouden best eens ijsbergen geweest kunnen zijn.
Met de informatie uit het verhaal bouwde Tim Severin zo’n zelfde boot. Op de naamdag van Sint Brandaan in 1976 vertrok hij met vier metgezellen in het bootje uit Brandon Cove, in het zuidwesten van Ierland. Na veel ontberingen lukte het hun via de Shetland eilanden in Schotland en de Fär Öer eilanden in IJsland te komen. Daar overwinterden ze. Ook Brandaan zeilde niet zeven jaren lang rond over zee. Het volgende jaar wisten ze Newfoundland te bereiken. Daarmee was het bewijs geleverd dat het mogelijk was om met een bootje zoals Brandaan gebruikt had Amerika te bereiken. En dus zou Brandaan best eens Amerika ontdekt kunnen hebben…