Bewegen: De winkel op de hoek

Leskenmerken
Activiteiten Bewegen, knutselen, werken in hoeken
Werkvorm Klassikaal
Doel De kinderen oefenen welke producten te verkrijgen zijn bij de slager, bakker, groenteboer en melkboer.
Duur 15 minuten

 

Benodigdheden
  • ruimte: speelzaal
  • 4 grote vellen
  • supermarktkrantjes
  • tekengerei

 

Uitvoering

Het volgende spel laat de kinderen spelenderwijs oefenen met welke producten waar te krijgen zijn.

Verdeel de kinderen over vier hoeken van de speelzaal. Iedere hoek staat voor een winkel: slager, bakker, groenteboer en melkboer. De kinderen moeten goed onthouden of ze ‘slagers’ zijn, of ‘bakkers’, enz. U roept steeds een voedingsmiddel. Als de kinderen herkennen dat het product bij hen gekocht kan worden rennen ze, met de klok mee, alle hoeken langs totdat ze weer bij hun oorspronkelijke hoek uitkomen. Voorbeelden van voedingsmiddelen om te roepen zijn krop sla, ham, broodjes, citroen, volle melk, kwark, shoarmavlees, boter, stokbrood, rundvlees, rode bieten en volkorenbrood. Als het goed gaat, kunt u er wat tempo in brengen en voedingsmiddelen roepen terwijl er nog kinderen lopen. Ook is het leuk om dan af en toe iets te roepen dat bij geen van hen gekocht kan worden, zoals ‘fietsband’ of ‘lippenstift’.

Hang vervolgens de vier grote vellen op in de klas met een plaatje of tekening van een bakker, groenteman, melkboer en slager. Laat de kinderen producten die bij deze winkels te koop zijn op de vellen tekenen of plakken.

 

Aansluitende Smaaklessen
Groep 1-2

4. Wanneer eet je?

6. Gezond winkelen

7. Waar komt mijn eten vandaan?

Klik hier voor alle Smaaklessen »