Bewegen: Smaakspelletjes in de speelzaal

Leskenmerken
Activiteiten Bewegen
Werkvorm Klassikaal
Doel De kinderen denken na over wat zij lekker vinden smaken.
Duur Spel 1: 10 minuten, spel 2: 10 minuten

 

Benodigdheden
  • ruimte: speelzaal
  • hoepels

 

Uitvoering

Speel de volgende twee spelletjes met de kinderen in de speelzaal. Beide spelletjes hebben tot doel dat de kinderen nadenken over wat ze lekker vinden smaken (en wat niet). 

Winkelwagentikkertje
Bij dit spel geven de kinderen aan wat zij lekker vinden. U bent de grote winkelwagen die probeert zoveel mogelijk kinderen te pakken. Als kinderen, voordat ze aangetikt worden, iets roepen dat ze lekker vinden, zijn ze vrij. Anders veranderen ze ook in een winkelwagen en proberen ze nog meer kinderen te pakken.

In of uit de hoepel
In dit spel in de speelzaal denken de kinderen na over wat zij zelf lekker vinden en wat niet. De kinderen zullen zien dat dit per kind kan verschillen. Vraag de kinderen ieder in een hoepel te gaan staan die op de grond ligt. Nu gaan ze lopen door de zaal. Noem allerlei voedingsmiddelen. Denk bijvoorbeeld aan: spuitjes, sinaasappel, pizza, rijst, kip, melk, andijvie, appel, ananas, pap, leverworst, koffie, zuurkool, pruim, spaghetti, biefstuk, cola, vis. Als de kinderen iets horen dat ze lekker vinden lopen ze gewoon verder. Als ze iets horen dat ze niet lekker vinden, hollen ze terug naar hun hoepel. Bespreek met de kinderen de producten die iedereen lekker vindt en producten die maar weinig mensen lekker vinden, maar ‘vies’ eten bestaat niet!

 

Aansluitende Smaaklessen
Groep 1-2

1. Groente en fruit ontdekken

3. Lekker shaken!

4. Wanneer eet je?

6. Gezond winkelen

7. Waar komt mijn eten vandaan?

8. Over brood en beleg

9. Restaurant in de klas: Lunch

Klik hier voor alle Smaaklessen »