In elke periode van de opleiding werk je aan één of meer beroepsprestaties (BP).
Een beroepsprestatie is een grote praktijkgerichte opdracht, die opgedeeld is in meerdere kleinere opdrachten. Via een beroepsprestatie maak je je de werkprocessen en competenties voor het beroep eigen. Voor het leren van deze werkprocessen en competenties heb je kennis en vaardigheden nodig.
Hoe je gaat werken aan deze beroepsprestatie en de kennis en vaardigheden die hierbij horen staat per leerlijn beschreven in de weekplanning.
In deze periodes werk je aan:
Beroepsprestatie 2.3, Planmatig zorgverlenen 2
Beroepsprestatie 2.4, Uitvoeren van verpleegtechnische handelingen (start in P3/P4, loopt door in het tweede jaar)
Beroepsprestatie 2.5, Begeleiden van een woongroep
Beroepsprestatie 2.7, Begeleiden bij pijn, verandering en verlies.
Kenmerken van deze beroepsprestaties:
Dit zijn kwalificerende beroepsprestaties:
doe je zowel op school als in de BPV
doe je om aan te tonen dat je bekwaam bent voor een verzorgende/begeleidende taak
herken je aan de ‘’K’’ voor op de beroepsprestatie
herken je aan het rechte lettertype in de diverse opleidingsdocumenten.
Je werkt aan vaste opdrachten:
staan in de beroepsprestatie met nummer B, C enz.
staan op de beoordelingslijst (of A-lijst), onder specifieke bewijsstukken
zijn verplicht
passen we soms aan door het combineren van opdrachten of door het laten uitvoeren van een opdracht aan de hand van een casus.
Je werkt aan aanvullende opdrachten:
zijn vanuit school toegevoegd en staan op de monitor en in de beroepsprestatie