Stippel een reis uit door tien landen van Europa. Geef bij elk land aan:
– of je je paspoort of visum moet laten zien;
– hoe je van het ene land naar het andere land bent gegaan. Maak gebruik van verschillende vervoersmogelijkheden;
– wat adviseer je vooral te moeten gaan bekijken;
– wat je daar goed kunt eten.
Hoe verwerk je de informatie?
– een PowerPoint met de route en afbeeldingen / video over de reis;
– een reisverslag;
– een ingesproken beschrijving van de reis;
– een verslag zonder woorden.
Een combinatie is natuurlijk ook mogelijk.