We beginnen deze feestelijke dag met een belangrijk ritueel. Voor dat de kinderen gaan feesten en eten moet eerst het lokaal goed schoon gemaakt worden. Kinderen gaan in groepjes het lokaal schoonmaken. Dit hoort bij de tradtitie van het Kleine Feest. Zorg voor emmers sop en doekjes en laat vooraf de kinderen nadenken over het schoonmaken. Waarom is dit belangrijk? Kunnen de kinderen andere voorbeelden noemen waarbij veel wordt schoongemaakt? Denk hierbij bijvoorbeeld aan de traditionele voorjaarsschoonmaak.
Na de schoonmaak begint de voorbereiding van het feest. De dagen voor het feest hebben we al taken verdeeld. De kinderen bereiden in groepjes eten, maar ze zorgen ook voor de aankleding van de tafels en het lokaal. Recepten voor het feest zijn te vinden onder het kopje recepten, maar natuurlijk zijn ook de lekkernijen en recepten die de kinderen eerder hebben samengesteld op de menukaarten een goede optie om te bereiden. Een extra bijzonder ritueel is het maken van helwa. Dit recept leent zich voor echte samenwerking. Je kunt met de hele groep, om de beurt, water toevoegen aan dit recept, om zo samen een traditionele Turkse lekkernij te maken (zie recept).
Als al het eten klaar is, beginnen we de maaltijd met een gebed en/of gesprek. Waarom eten we straks deze maaltijd? Hoe hebben we deze bereid? We hebben de laatste tijd gewerk aan samen delen en samen werken. Deze maaltijd is hiervan de afsluiting. Omdat we steeds aan anderen gedacht hebben, gaan we nu nog een mooi ritueel uitvoeren. We kijken goed naar alle lekkernijen. Bedenk waar je zelf zin in hebt. Waar zou je buurman of buurvrouw zin in hebben? Ieder kind kiest een lekkernij uit, die hij zelf heel graag wil eten en waarvan hij weet dat zijn of haar buur dat ook lust. Deze geeft het kind aan zijn buurman. Zo gaat de hele kring rond. ieder kind kiest iets wat hij zelf graag zou willen eten en geeft dit aan het kind naast zich in plaats van aan zichzelf.
Na de maaltijd ruimt iedereen op. We helpen allemaal mee. Als alles opgeruimd is, doen we een laatste activiteit. De leerkracht gaat rond met hoed met alle namen van de kinderen er in. Net als bij lootjes trekken, pakken de kinderen een naam uit de hoed. Voor het kind wat ze getrokken hebben maken de kinderen een mooie kaart. De leerkracht deelt blanco ansichtkaarten uit. Als de kinderen al kunnen lezen en schrijven, schrijven ze er een wens bij, maar in ieder geval tekenen de kinderen een wenskaart voor degene die ze getrokken hebben. Hiervoor kan de leerkracht eisen stellen. Het moet bijvoorbeeld gaan over diegene, of een wens bevatten. Aan het eind van de les geven de kinderen in de kring om de beurt de kaarten aan elkaar.