1.a. Noteer drie voorbeelden van producten die je zelf ooit hebt aangeschaft en waarvan jij vindt dat de kwaliteit niet voldoende was.
b.Leg uit waarom het product niet voldeed.
2. Vaak gebruiken bedrijven keurmerken om kwaliteit aan te tonen.
a. Wat beloven Kemakeur en het EKO-keurmerk?
b. Noteer zelf nog twee keurmerken.
c. Geef aan wat deze keurmerken garanderen.
d. Zoek op internet de illustratie van de keurmerken.
3. Elektrische contactdozen en stekkers van elektrische apparaten zijn niet overal hetzelfde. Groot-Brittannië gebruikt bijvoorbeeld een ander systeem dan Nederland. Geef nog één voorbeeld van een artikel waarbij nog geen sprake is van een internationale standaard.
4. Geef in je eigen woorden waarom bedrijven graag ISO-gecertificeerd zijn.
5. Beschrijf een voorbeeld van de integratie van kwaliteitszorg, milieuzorg en Arbozorg.
6. Normalisatie: een belangrijk begrip
Je hebt vast wel eens van normalisatie of standaardisatie gehoord. Het betekent dat belanghebbende partijen een zo groot mogelijke uniformiteit vaststellen van bijvoorbeeld producten en verpakkingen.
De toepassing van normalisatie is nog niet zo oud en is begonnen op technisch gebied. Vooral bij op zich eenvoudige technische producten had je nogal eens problemen met het vervangen van onderdelen. Het bleek niet mogelijk deze onderdelen tussen de verschillende producten uit te wisselen. Producenten maakten daar een einde aan door afspraken te maken en normen te bepalen voor afmetingen en vormen van bijvoorbeeld onderdelen van machines. Daardoor kun je van verschillende merken over en weer beschadigde of versleten delen vervangen. Geleidelijk aan zijn soortgelijke afspraken gemaakt over een breder technisch gebied. Normalisatie is ook gebruikt op andere terreinen, zoals bij:
- de handel (leveringsvoorwaarden)
- de papierfabrieken (papierformaten)
- het verkeer (internationale verkeersborden).
Vroeger had papier andere maten dan nu. Dat was op zich niet zo’n probleem, maar elke papierfabriek week met een of meer millimeters van deze maten af. De drukkerijen namen het vaak ook niet zo nauw. Briefpapier gekocht bij bedrijf A en vensterenveloppen gekocht bij firma B gaven soms een flink ongemak.
a. Welk ongemak bedoelen we hier?
b. Zouden mensen toen ook problemen met het opbergen van brieven en formulieren hebben gehad? Motiveer je antwoord.
c. Door welke standaardmaten zijn voor papier de zorgen weggenomen?
Doelmatigheid
Harmoniseren, normaliseren, standaardiseren en uniformeren: kretologie of een manier om optimale economische, logistieke en technische voordelen te bereiken?
De woorden harmonie, normaal, standaard en uniform doen denken aan één, eenheid, eensgezindheid, eenvormigheid, overeenstemming of vereenvoudiging. De vier begrippen zijn nagenoeg synoniemen en hebben alle vier te maken met het verminderen van onnodige verschillen.
Die verschillen kunnen spelen op allerlei terreinen, zoals:
- communicatie
- gezondheid
- kwaliteit
- veiligheid
- afmetingen
- eigenschappen
- formulieren
- gewichten
- inhouden
- maten
- samenstellingen
- verpakkingen
- vormen
- werkwijzen.
Orde scheppen
Om doelmatiger te werken is de enorme onoverzichtelijke verscheidenheid beperkt tot meer functionele verschillen. Daarvoor hebben de belanghebbenden vrijwillige maar wel volledige regels opgesteld en toegepast. Deze regels betekenen een alles omvattende samenwerking.
Doel van de normalisatie is optimale economische voordelen te bereiken: met een minimaal gebruik van energie en materiaal kun je maximale doelmatigheid, verhoging van de kwaliteit, productiviteit en veiligheid bereiken. Alle betrokkenen hebben enorme voordelen van deze harmonische ordening.
d. Zoek in een woordenboek de verklaringen op van:
- harmoniseren
- normaliseren
- standaardiseren
- uniformeren.
e. Geef drie verschillende woorden waarmee je de kern van het begrip normalisatie weergeeft.
f. Normalisatie biedt vele voordelen op het gebied van productie en transport. Als je er even over nadenkt, kun je er zo een aantal noemen. Geef drie voorbeelden.
g. Normalisatie biedt vele voordelen bij het werken in de handel zowel bij het transport als bij de opslag. Je hebt er vaak mee te maken. Geef drie voorbeelden.
7.a. Het evenwicht binnen ecosystemen is onder andere afhankelijk van kringlopen. Teken de waterkringloop van de natuur.
b. Maak in je tekening duidelijk dat een verstoring van het evenwicht in de kringloop het gehele ecosysteem aantast.
8. Bij duurzame ontwikkeling horen duurzame artikelen.
a. Kijk thuis rond en noem tien wegwerpartikelen.
b. Door welke duurzame producten zou je deze wegwerpartikelen kunnen vervangen? c. Vind jij dat een vertegenwoordiger of een inkoper de taak heeft milieuonvriendelijke producten uit zijn assortiment te weren, of moet hij de afnemers zelf laten kiezen? Leg uit waarom je dat vindt.
9. Ook op school kom je arbeidsomstandigheden tegen. Loop door de school en vul de controlelijst in:
|
Ja |
Nee |
Het is duidelijk waar je moet zijn voor EHBO. |
|
|
Medewerkers gebruiken waar nodig persoonlijke beschermingsmiddelen. |
|
|
Er zijn voldoende blusmiddelen aanwezig. |
|
|
Er zijn rookwerende deuren. |
|
|
De vluchtrichting is duidelijk aangegeven. |
|
|
Er zijn voldoende (nood)uitgangen. |
|
|
Het ontruimingsplan wordt jaarlijks geoefend. |
|
|
De school heeft een Arbo-coördinator. |
|
|
In het lesprogramma is de Arbo opgenomen. |
|
|
Regels voor computergebruik zijn goed zichtbaar in werkkamers opgehangen. |
|
|
Kopieerapparaten staan in een goed geventileerde ruimte. |
|
|
Het meubilair voldoet aan ergonomische normen. |
|
|
Alle lokalen en werkruimtes kunnen worden geventileerd. |
|
|
Alle lokalen en werkruimtes hebben uitzicht op ‘buiten’. |
|
|