1.1 Zon, maan en sterren

1.1 - Zon, maan en sterren
 

Hoe ziet de dagelijkse beweging van de zon, maan en sterren eruit?

Samenvatting
Doordat de aarde om haar as draait, voeren de zon, de maan en de sterren een schijnbare beweging uit. Naast de schijnbare beweging, bewegen de sterren ook ten opzichte van elkaar: hun eigenbeweging. De vorm waarin je de maan aan de hemel ziet staan noemen we de schijngestalten van de maan of de maanfasen. In de sterrenkunde gebruiken we voor het opgeven van afstanden speciale eenheden als het lichtjaar (ly) en de Astronomische Eenheid (AE).

Lees eerst de leerstof. Voor de verwerking van de leestof maak je een paar webvragen. Noteer je antwoorden en uitwerkingen in je schrift of in een Word document dat je later inlevert in Sakai. Vraag eerst aan je docent wat je moet doen.

Hoofdstuk 1 paragraaf 1.1

Nadat je de leerstof hebt bestudeerd kun je de volgende webvragen maken.

 

Webopgave 5

Welke beweging voer jij uit in één dag? Sleep het mannetje in de volgende animatie rond de aarde ( vink 'show time tickmarks' aan). Van welke kant zie je de aarde hier: onder, boven of zijaanzicht?

Webopgave 6  - Welke beweging voer jij uit in één jaar? (Selecteer 'show Labels')

Webopgave 7

Door de schuine stand van de aardas (zie bovenstaande animatie) hebben we seizoenen en midden in de zomer (rond 21 juni) gaat boven de poolcirkel de zon niet onder. Zie onderstaand filmpje. Leg dit eens uit aan je buurman.

Klik hier voor film.

Webopgave 8 Waarom gaat de zon rond de noordpool 's nachts niet onder?

Meer weten?
http://www.hetweer.org/hetwonderlijkeweer/seizoene.htm
sterrenkundige encyclopedie van de UvA

Webopgave 9 - Waar/Niet waar-vraag

Uitleg

1.1 De sterrenhemel

 

 

1.1 - De maan

De fasen van de maan

Je ziet in de loop van een maand telkens een ander deel van het oppervlak van de maan. Die verschillende vormen noemen we schijngestalten of fasen van de maan.

In de onderstaande animatie wordt getoond hoe de schijngestalten van de maan ontstaan. Je kijkt vanaf de aarde naar de maan en ziet verschillende gedeelten van de maan verlicht in het vakje rechtsboven.

Webopgave 13

  1. Leg uit hoe het komt dat je vanaf de aarde nooit de achterkant van de maan ziet.
  2. Kun je de achterkant van de maan wel vanuit de ruimte zien? Leg uit aan je buurman, noteer het antwoord waar je beiden tevreden mee bent.
  3. Wij zien de maan het best als het om ons heen donker is, s'avonds of s'nachts dus. Op deze bijzondere opname zie je een straalvliegtuig dat net voor de grootste volle maan van 2009 langs vliegt:

Nu kun je met de volgende animatie naar de stand van de maan kijken bij elke fase. Je kijkt als waarnemer vanaf de aarde naar de maan en dan zie je telkens een ander gedeelte van de maan verlicht.

Webopgave 14

Download hier het werkblad bij deze animatie en vul het in. Plak daarna het werkblad in je Word document dat je telkens inlevert of print het uit voor je schrift.

werkblad bij maanfase simulator.doc

Werkwijze:

Opdracht maankraters

Het oppervlak van de maan bestaat uit kraters en zeëen. Je kunt ze onderzoeken met deze animatie.

Webopgave 15 - Zoekopdracht:

  1. Ga met het vergrootglas over de maan en beschrijf kort wat het verschil is tussen de kratergebieden en de zeeën.
  2. Zoek met het vergrootglas de volgende kraters
  3. - Tycho - Copernicus. Wat zijn de namen van de donkere vlekken op de maan (rechtsboven in het plaatje)? Ze worden in het algemeen zeeën of in het latijn 'mare' genoemd. Zoom goed in en gebruik de volgende website om achter de namen van de zeeën te komen: Maankaart.

1.1 Eigenbeweging en afstand van sterren

Lees eerst de lesstof. Maak daarna de vragen op deze pagina.

de sterrenhemel.docx

Sterren lijken wel op een vast gefixeerd punt aan de hemel te staan, maar dit is in werkelijkheid niet zo. In de loop van duizenden jaren verschuiven ze van plek. Dit wordt de eigenbeweging van sterren genoemd.

Je ziet dat in de loop van 200.000 jaar het sterrenbeeld nogal van vorm verandert: van de zeven heldere sterren in het sterrenbeeld Grote Beer vertonen er vijf een beweging in dezelfde richting, terwijl de overige twee – Alkiad en Dubhe – in een andere richting bewegen. Bekijk ook de onderstaande animatie van de (eigen-)beweging van de sterren van de Grote Beer!

Bron: Malmberg

Webopgave 16 - Verschuiving

Noteer welke sterren het meeste verschuiven met behulp van deze uitgebreide sterrenkaart van de grote beer (noteer de griekse letters van de sterren in grote beer) Voor de namen van de sterren van de grote beer, zie figuur boven, of kijk op de deze site.

Meer weten?
http://www.sterrenkunde.nl/index/encyclopedie/eigenbeweging.html

Webopgave 17 - Projectie
 

  1. Leg uit waarom we een driedimensionaal sterrenbeeld toch als een bepaald patroon zien.
  2. Leg uit op welke plek je moet gaan staan in onderstaande animatie om de Grote Beer te zien zoals wij die op aarde zien (Je kunt de projectie van de grote beer verslepen met je muis).

 

klik hier

Afstanden in het heelal zijn heel groot. Je kunt deze afstanden in meters of km weergeven. Je krijgt dan enorme getallen. De afstand van de zon tot de aarde is bijvoorbeeld 150.106 km. En de afstand tot de dichtstbijzijnde ster (Proxima Centauri) is 40.1012 km. We drukken de afstanden daarom liever uit in andere eenheden. De afstand van de aarde tot de zon noemen we 1 astronomische eenheid, afgekort 1 AE. De afstand die licht in een jaar aflegt noemen we een lichtjaar. 1 lichtjaar is ongeveer 9,46.1015 m. De afstand van de zon tot Proxima Centauri is dan ongeveer 4 lichtjaar.

Webopgave 18 - Hoe groot is een lichtminuut?

Webopgave 19

Bekijk de onderstaande animatie en schrijf de volgende afstanden op in je schrift of je Word bestand.

  1. zon naar pluto in AE.
  2. zon naar proxima centauri in AE en Lichtjaar.
  3. zon naar centrum van de melkweg in AE en lichtjaar.
  4. zon naar andromeda stelsel in lichtjaar.

 

Webopgave 20 - Invuloefening